Op de eerste échte mooie zomeravond van het jaar verwelkomden we, samen met meer dan vijftig food lovers, Dagný Rós Ásmundsdóttir in onze As44-binnentuin tijdens een workshop ‘Nordic Koken met Iittala’. Het werd een gezellig culimoment met lekkere Scandinavische hapjes, recht uit Dagný’s jongste boek ‘Easy Nordic’, geserveerd op en in de multifunctionele schaaltjes, bordjes en zelfs kaarsenhoudertjes van het Scandinavische designmerk Iittala. En uiteraard mochten een paar handige, snelle en gezonde keukengeheimen van de IJslandse chef en kookboekenauteur niet ontbreken. Wij stelden haar een paar vraagjes, bij een zonnig glaasje cava.

Na je eerste boek, ‘Easy Iceland’, heet je jongste ‘Easy Nordic’: behalve je IJslandse roots, zit er dus nog een ander thema in je keuken: easy. En dat is best handig, in deze drukke tijden. Heb je tips om snel en gemakkelijk een gezond gerecht op tafel te zetten?

Dagný Rós: “Ik kook vaak grote porties. Van de rodebietensoep uit het boek maak ik bijvoorbeeld meteen het drievoud, van de visballetjes voorzie ik er ook altijd een paar extra. Niet dat je zulke restjes jaren in de diepvries moet laten zitten, maar ze kunnen er zeker een tijdje in. Als reserve voor een avond waarop het allemaal wat sneller mag gaan. Ik hou van vers eten en ik ben kok, maar maak heus niet alles zelf. Heb ik op zondag zin om meringues te bakken voor in een dessert met skyr (een soort van IJslandse yoghurt, red.), dan doe ik dat. Maar ik zit er niet mee om op een andere dag dat pakje eiwitschuimpjes gewoon te kopen. Soms moet je het jezelf niet te moeilijk maken.”

Waarop bespaar je nog tijd?

“Op boodschappen doen. Ik plan het weekmenu en ga één keer per week naar de supermarkt. Wat er die week in de ijskast zit, vul ik aan met een snel bezoekje aan de slager of de visboer in de buurt. En ik haal heel vaak twee gerechten uit één ingrediënt, omdat ik het haat eten weg te gooien. Restjes van een grote braadkip, gebruik ik de dag erop in een slaatje of een pasta. Met leftovers kun je soms onverwacht de leukste recepten bedenken.”

IJslanders houden ook van gezelligheid (In het Hoge Noorden bestaat daar zelfs een woord voor: ‘hygge’) en feesten. Wat kunnen we op dat vlak van jullie leren? Bestaat er zoiets als een stressvrij, gemakkelijk diner organiseren?

“In IJsland wil een feestje niet zeggen dat de gastvrouw uren alleen in de keuken staat. Zo ongezellig! Bij ons is het feestmaal samen klaarmaken al de helft van de pret. Er staat geen geslacht noch leeftijd op. Vrouwen, mannen, kinderen: ze koken allemaal gezellig mee. Organiseer ik thuis een diner, dan vraag ik gewoon: “Hé, help jij eens de groentjes te snijden?” of “Bakken jullie het vlees op de barbecue?”. Daar drinken we een wijntje bij, en zo wordt het koken een event op zich. Al mijn vrienden krijgen privé-kookworkshops (lacht). Buffetten zijn ook heel populair in IJsland: we schikken allerlei hapjes en schotels in het midden van de tafel en iedereen schept op. En dan mag je met je handen eten. Heel gezellig en informeel, allemaal.”


Je gebruikt ook zelf Iittala in de keuken, waarom?

“Omdat het een mooi en tijdloos, Scandinavisch merk is, maar vast ook omdat mijn mama het altijd gebruikte, in de keuken en op tafel. Ik ben ermee opgegroeid. Als het breekt, koop ik misschien eens wat anders, dacht ik eerst. Maar pech (lacht) een servies van Iittala heb je for life: mijn borden breken niet. Mee in de oven of honderd keer in de vaatwas, ze blijven er als nieuw uitzien.”

Daarnaast vind ik het ook leuk dat de designs van Iittala zo multifunctioneel zijn: zo serveer ik bijvoorbeeld graag een soepje in de Kastehelmi theelichthoudertjes. Dat oogt superkleurrijk op tafel.”

De tips van Dagný Rós:

  • Maak extra porties en vries ze in. “Niet alleen van evidente gerechten als soep maak je extra’s, maar ook van toppers die altijd in de smaak vallen bij je huisgenoten. Bij ons thuis zijn de visballetjes favoriet.”
  • Maak het of koop het. “Ik houd niet van kant-en-klare bakjesmaaltijden, omdat ze heel veel bewaarmiddelen, zout en verborgen suikers bevatten. Maar dat wil niet zeggen dat je per se àlles van nul zelf hoeft te maken. In mijn rodebietensoep gebruik ik voorgekookte rode bieten en serveer ik per kopje een klein lepeltje appelmoes. Die maak ik meestal niet zelf. Als het snel moet gaan, koop ik gewoon een kwalitatief potje uit het biorek van de supermarkt.”
  • Plan je weekmenu. “Als je elke dag naar de supermarkt moet, kost zelfs een kant-en-klare lasagne op tafel zetten, je hopen tijd. Plan je weekmenu, maak een lijstje en shop alles in één keer. Het vlees en de vis kun je daarna nog snel bij de slager of de vishandel halen.”
  • Werk met restjes. “Eet je de ene dag roast beef, dan maak je de volgende dag een Thaise beef salad met de restjes van het gebraden vlees. Lekker makkelijk.”
  • Kook samen. “Kinderen helpen heel graag mee in de keuken. En bovendien vinden ze een avondmaal dat ze zélf hebben bereid meestal opvallend lekkerder.”
  • Zet je gasten aan het werk. “In IJsland komen de gasten niet aan als het keukenwerk er al op zit: iedereen steekt gezellig een handje toe bij het koken. In ruil verwachten ze wel een streepje muziek en een wijntje (lacht).”